Naast de communicatiepatronen, die op generiek niveau beschrijven welke vormen van gegevensuitwisselingen mogelijk zijn, zijn er ook zogenaamde generieke functies. Dit zijn functionaliteiten die door meerdere typen gegevensuitwisselingen ingevuld moeten worden. Veel van deze generieke functies borgen een stukje vertrouwen in de uitwisselingsketen, zoals identificatie en authenticatie, maar sommige generieke functies zijn ondersteunend zoals bijvoorbeeld het lokaliseren van medische gegevens of een terminologieserver die kan vertalen van en naar verschillende codestelsels (nu niet uitgewerkt binnen Twiin).
Omdat zorgaanbieders en ICT-leveranciers niet voor iedere gegevensuitwisseling een andere implementatie willen hebben van een generieke functie proberen we over de gegevensuitwisselingen heen eenzelfde technische uitwerking van een generieke functie te maken. Dit gebeurt, net als bij de communicatiepatronen, in een zogenaamde Technical Agreement/Technische Afspraak (TA).
Dit onderscheid in een techniek-agnostische functionele beschrijving van een generieke functie en de specifieke technische implementatie zie je weer terug in het onderscheid dat gemaakt is in de verschillende volumes.
Het kan zijn dat voor de implementatie van een generieke functie gekozen is/wordt om dit in een technische implementatie te ondersteunen die door meerdere partijen gebuikt wordt of zelfs moet worden. Dit noemen we dan een gemeenschappelijke voorziening, zie ook de definitie uit de NVS: https://www.datavoorgezondheid.nl/nationale-visie-en-strategie/begrippen .
Vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is er een programma gestart waarin bepaalde generieke functies op landelijk niveau worden ontworpen. Twiin is nauw betrokken bij deze ontwikkelingen en zal aansluiten op de keuzes die op landelijk niveau worden gemaakt.
Overzicht van (in Twiin uitgewerkte) generieke functies: