Breadcrumbs

10.1.2 | Communicatiepatroon: Indexed Pull

1. Use case

Vanuit Twiin zijn verschillende communicatiepatronen beschreven voor gegevensuitwisseling. Hieronder staat een use case beschreven, waarin van het communicatiepatroon Index Pull gebruik kan worden gemaakt. Dit is een invulling van ‘opvragen’.

Een uroloog in ziekenhuis A wil alle reeds bekende labuitslagen van de patiënt die bij haar onder behandeling is opvragen, om hiermee een zo compleet mogelijk dossier voor de patiënt op te bouwen.

1.1. Applicatiediagram

Het applicatiediagram geeft een overzicht van de applicatierollen en de gegevensstroom hiertussen. Het communicatiepatroon ‘geïndexeerde bevraging’ bevat twee stappen.

De eerste stap is nodig om een overzicht van beschikbare gegevens inzichtelijk te maken aan de zorgverlener, indien gewenst in de vorm van een tijdlijn. Dit overzicht bestaat uit verschillende metadata elementen, waaronder bijvoorbeeld cliëntnaam, cliëntnummer, type gegeven en de vindplaats van de data zelf. Het overzicht met metadata kan samengesteld worden vanuit de informatie uit verschillende zorgsystemen. Delen van het metadata overzicht worden beschikbaar gesteld via één of meerdere GtK’s. Om overvraging te voorkomen wordt gebruik gemaakt van een lokalisatievoorziening. Hieronder wordt deze eerste stap in een diagram weergegeven. Aan de hand van de metadataoverzicht kan de data opgehaald worden bij of via een GtK.

Geïndexeerde bevraging.jpg

In bovenstaande applicatiediagram is globaal beschreven wat in de basis de bedoeling is voor de eerste stap. Verder in dit de uitwerking van de technische kern worden verschillende technieken beschreven in sequence transactiediagrammen om aan te geven hoe je tot een daadwerkelijke uitwisseling van data kunt komen. De beschrijving hieronder is een, maar niet per se dé manier om dit communicatiepatroon in te vullen. Vaak is er een keuze om bepaalde functionaliteit in het GtK te beleggen waar het ook in het XIS kan. Generieke functies zijn in bovenstaand diagram apart gezet -om te benadrukken dat het gebruik hiervan nodig is- maar de implementatie hiervan zou onderdeel van het XIS, het GtK of een centrale gemeenschappelijke voorziening kunnen zijn.

1. Vanuit een XIS wordt de vraag “geef metadataoverzicht” aan het GtK gesteld.

2. Het GtK stelt een lokalisatievraag aan een lokalisatievoorziening (bijvoorbeeld Mitz) om te achterhalen bij welke zorginstellingen gegevens van de cliënt bekend zijn. Indien nodig kan het GtK de hier bijbehorende technische adressen van opgehaald worden via ZORG-AB.

3. De vraag “geef metadataoverzicht” wordt doorgezet naar de bevraagde GtK’s.

4. Een bevraagd GtK controleert:

- de medische autorisatie op basis van wat er voor de betreffende use case is afgesproken en

- de cliënt toestemming bij de toestemmingsvoorziening.

5. Indien akkoord stuurt het GtK de vraag door naar het bevraagde XIS

6. Het bevraagde XIS stuurt de metadata als antwoord terug naar het GtK.

7. Het bevraagde GtK stuurt deze als antwoord terug naar het vragende GtK.

8. Het vragende GtK stuurt het antwoord op zijn beurt weer terug naar de vragende XIS.

1.2. Benodigde generieke functies

Voor de geïndexeerde uitwisseling zijn de volgende generieke functies nodig.